2008 170 jaar geleden Het einde van een tijdperk – U.J. de Vries

1 8 3 9 Onno Onsta Ferhildema heeft zeven zonen, hij woont, waarschijnlijk, op de Onstaborg bij Sauwerd. Na zijn overlijden in 1398, wordt zijn zoon Aylko eigenaar van Verhildersum. Hij noemt zich zowel Aylko Ferhildema als Aylko Onsta. Omdat hij, volgens de stad Groningen, te nauwe banden wil aanknopen met de Graaf van Holland, Albrecht van Beieren, worden zowel de Onstaborg als de borg Verhildersum door troepen van de stad verwoest. In 1514 worden opnieuw de Onstaborg en Verhildersum door de Stad aangevallen en verwoest. Verhildersum wordt herbouwd en tot het midden van de 16e eeuw blijven Verhildersum en de Onstaborg met elkaar verbonden.

Onstaborg te Wetsinge

Aepko Onsta, trouwt met Gela van Ewsum en bouwt een nieuwe Onstaborg bij Wetsinge. In 1564 overlijdt Aepko en in 1580 zijn vrouw Gela; in 1585 en 1587 vindt de boedelscheiding tussen de 4 kinderen plaats en dochter Hidde Onsta, in 1586 getrouwd met Ludolf Tjarda van Starkenborgh, wordt Verhildersum toebedeeld. Ludolf en Hidde krijgen twee kinderen; Lambert en Anna Maria. Anna Maria trouwt met Rembt ten Ham en later met Johan Huninga en wordt vrouwe van de Dijkumborg genoemd. Hidde Onsta sterft op 1 april 1618 en Ludolf op 31 december 1618. Ze worden bijgezet in de grafkelder in het koor van de Petruskerk in Leens en een grote zerk geeft ook nu nog de plaats aan. Lambert trouwt in 1619 met Frederica Gayckinga van Warfhuizen. Deze Lambert erft in 1628 van Reint Alberda van Spijk, een ver familielid, de collatie van de kerk en pastorie, eveneens de dijk- en zijlrechten te Leens. In 1632 laat hij, als nieuwe collator, een grote klok voor de Petruskerk in Leens gieten en noemt deze Sint Peter. Naast jonker en hoofdeling te Leens, Wehe en Zuurdijk, is Lambert vele jaren lid van het College van Gedeputeerde Staten van Stad en Lande en lid van de Admiraliteit te Dokkum in de jaren 1624 en 1625. Lambert en Frederica krijgen 4 kinderen, 2 zoons, Allard en Ludolf en 2 dochters, Josina en Hidde. Hidde overlijdt al op jonge leeftijd. Lambert sterft in januari 1646, zijn vrouw is al vóór 1637 overleden. In zijn testament bepaalt hij dat zijn bezittingen pas verdeeld mogen worden, wanneer zijn jongste zoon, Ludolf, meerderjarig is.

Allard Tjarda van Starkenborgh volgt zijn vader op als heer van Verhildersum, jonker en hoveling te Leens, Wehe en Zuurdijk. Hij trouwt in 1648 met Gratia Susanna Clant van Helpman, dochter van Edzar Jacob Clant en Bouwina Coenders van Helpen. Allard en Gratia krijgen 11 kinderen waarvan er 3 al jong overlijden. Van het gezin is omstreeks 1670 een schilderij gemaakt door Marinus van Grevenbroek. Waarschijnlijk bedoeld voor het winterhuis in Groningen. Het schilderij van 3 bij 4 meter heeft jarenlang op de Nederlandse Ambassade in Brussel gehangen maar is nu weer terug in Leens. Wegens ruimtegebrek is het schilderij ooit in twee delen gesneden, deze zijn, niet helemaal zorgvuldig, weer aan elkaar gezet. Het schilderij hangt nu in de grote zaal op Verhildersum. Allard heeft verschillende belangrijke functies uitgeoefend, zo is hij lid van de Admiraliteit te Harlingen, lid van het College van Gedeputeerde Staten van Stad en Lande, curator van de universiteit in Groningen en bewindhebber bij de Westindische Compagnie. Ook in het Marnegebied heeft hij als collator en redger veel invloed. Naast vele rechten, bezit hij 23 boerderijen met land in dit gebied. In 1672, bij het beleg van Groningen door de Bisschop van Munster, heeft Allard het bevel over een groep soldaten en boeren die de oostelijke en noordelijke dijk van het Reitdiep moeten bewaken om te voorkomen dat de stad wordt omsingeld. In 1653 geeft Allard aan de Petruskerk te Leens een zilveren schotel en een zilveren beker voor gebruik bij het Avondmaal. Uit deze tijd stammen ook de herenbank, de preekstoel en de koorafsluiting met de koperen bankopzetten met daarop kaarsenhouders en het wapen van de Tjarda’s. Allard overlijdt in 1673 en zijn vrouw Gratia Susanna in 1690.

Verhildersum is op het toppunt van zijn glorie als Edzard Jacob, de oudste zoon van Allard, in 1679 heer van Verhildersum wordt. Hij is getrouwd in 1678 met Frouwina Eeck, zij sterft een week na de geboorte van hun dochterje Gratia Susanna in 1680. De kleine Gratia Susanna wordt maar 4 jaar oud.

In 1684 hertrouwt Edzard met Anna Habina Lewe. Ze krijgen 10 kinderen waarvan er 3 jong overlijden. Edzard kiest voor een militaire loopbaan en wordt generaal-majoor van de ruiterij en commandeur van Coevorden Hij overlijdt in juni 1716 op de leeftijd van 59 jaar. Anna Habina, die in 1738 overlijdt, heeft lange jaren als weduwe op Verhildersum geleefd.

Met haar kinderen maakt ze daar de Kerstvloed van 1717 mee. Op de borg is het redelijk veilig, maar in het dorp Leens worden 60 huizen verwoest, verdrinken 180 mensen en ruim 500 stuks vee. In 1733 geeft Anna Habina aan de orgelbouwer Albertus Antonie Hinsz opdracht een nieuw orgel voor de Petruskerk te maken. Iets waar men haar in Leens nog steeds dankbaar voor is. Wanneer Anna Habina Lewe sterft, erven haar 3 jongste kinderen, zoons, Verhildersum. Eilco Onsta Tjarda van Starkenborgh, de oudste van de drie overgebleven zoons, gaat op Verhildersum wonen. In 1729 wordt hij lid van het College van Gedeputeerde Staten van Stad en Lande, in 1731 afgevaardigde naar de Staten Generaal in Den Haag, later nog lid van de Admiraliteit te Harlingen, lid van de Gecommiteerde Raden der Ommelanden en lid van de Raad van State. Eilco is getrouwd met Eltje Jacobs Bennema en sterft in 1750 kinderloos. Edzard Jacob, de tweede overgebleven zoon, trekt in 1738 naar Oostfriesland en wordt daar lid van de Oostfriese Ridderschap. De jongste zoon, Evert Barthold, trouwt in 1736 met Anna Geertruida Stachouwer van Schiermonnikoog. Hij is majoor der ruiterij. Ze krijgen twee kinderen: Edzard Jacob Tjarda van Starkenborgh (Stachouwer) en Anna Wilhelmina Tjarda van Starkenborgh.

In de loop van de jaren is hun tante, Margaretha Bouwina Tjarda van Starkenborgh getrouwd met Egbert Rengers van Farmsum, door grondruil en aankoop, eigenares geworden van Verhildersum. Na 1587 is de macht en rijkdom van de eigenaars van Verhildersum steeds toegenomen om rond het midden van de 18e eeuw in één keer te verdwijnen. In 1750 is Verhildersum te huur maar er zijn geen belangstellenden.

In 1753 verkoopt Margaretha Bouwina Tjarda van Starkenborgh de borg en alles wat erbij hoort aan I.W. van Rossum voor f. 19.400,- Dan grijpt achterneef, Ludolf Tjarda van Starkenborgh heer van Wehe, in en eist de borg op voor zijn kinderen.

Hij is getrouwd met Cecilia Rengers, de schoonzus van Margaretha Bouwina, en is van mening dat de borg, -op grond van het Ommelander Landrecht, dat vreemde invloeden wil weren-, in de familie hoort te blijven. De Hoge Justitie Kamer stelt hem in het gelijk. De verkoop van de borg gaat niet door.

Wanneer Lambert Tjarda van Starkenborgh in 1646 sterft, erft zijn oudste zoon, Allard, de borg Verhildersum en laat zijn jongste zoon, Ludolf, zich in 1648/49 een borg te Wehe bouwen die hij eerst “Nijenklooster” en vanaf 1679 “Borgweer” noemt.

Borgweer

Ludolf trouwt in 1650 met Anna Catharina de Mepsche. Hij noemt zich Heer van Borgweer, Wehe en Zuurdijk. Ludolf sterft rond 1690 en zijn zoon, Coppen volgt hem als borgheer op. Coppen is in 1690 getrouwd met zijn nichtje Hiddina Anna, dochter van Allard Tjarda van Starkenborgh en Gratia Susanna Clant, wonend op Verhildersum. Coppen sterft in 1728 en wordt opgevolgd door zijn zoon Ludolf. Deze is in 1726 getrouwd met Cecilia Rengers en hij eist voor zijn kinderen de borg Verhildersum op. (zie hiervoor) Ludolf sterft in 1777. Zijn zoon Edzard, die in 1769 met Lucia Helena van Burmania trouwt, volgt hem als borgheer op. Edzard en Lucia wonen tot 1777 op Verhildersum en gaan daarna op Borgweer wonen. Edzard overlijdt al in 1782 en zijn vrouw en hun zoon Ludolf, geboren in 1771, blijven wonen op Borgweer. Ludolf trouwt in 1794 te Echten met Allegonda Susanna van Echten, dochter van Roelof van Echten en Anna Wilhelmina Tjarda van Starkenborgh, dochter van Evert Barthold Tjarda van Starkenborgh en Anna Geertruida Stachouwer van Schiermonnikoog.

“Het eiland Schiermonnikoog, oorspronkelijk bezit van klooster Claercamp, wordt door de Staten van Friesland ‘via via’ in 1640 verkocht aan Johan Stachouwer voor het bedrag van 200.000 goudguldens (18.366 gulden). Vele leden van de familie hebben het eiland achtereenvolgens in bezit gehad. Aan het eind van de reeks opvolgers interesseert men zich steeds minder voor het eiland. Een zegen is het geslacht Stachouwer voor Schiermonnikoog zeker niet geweest. Het eiland wordt uiteindelijk volledig aan zijn lot overgelaten.”

Johan Stachouwer, Heer van Rijsbergen, overlijdt op Schiermonnikoog op 2 augustus 1655 en wordt begraven in de Hervormde kerk te Blaricum. Hij behoort tot de 250 rijkste Hollanders in de Gouden Eeuw en bewoont het Stachouwerhuis bij Naarden en is eigenaar van slot Ruysdael bij Blaricum.

Catharina Maria Stachouwer [1683-1761], vrouwe van de heerlijkheid Schiermonnikoog

Wapensteen familie Stachhouwer uit de gevel van kasteel Binnendijken op Schiermonnikoog. Rond 1700 werd het kasteel prooi van de golven.

Ludolf gaat op Borgweer wonen waar eerst een dochtertje, dat op 13 jarige leeftijd sterft, en daarna op 18-06-1797 een zoon worden geboren. Deze zoon, Edzard, krijgt op 2 jarige leeftijd van zijn overgrootmoeder een deel van de bezittingen op Schiermonnikoog met als voorwaarde dat de naam Stachouwer aan zijn naam wordt toegevoegd.

Edzard 1797-1872 Van 1640 tot 1858 was het eiland Schiermonnikoog eigendom van de familie Stachouwer. In 1858 verkochten Edzard Tjarda van Starkenborgh Stachouwer en Gratia Susanna Stachouwer het eiland aan Mr John Erik Blanck voor 98000 gulden.

Gratia Susanna Stachouwer (1792-1867) is de dochter van Johan Stachouwer * 1769 en Aagje Bloos (Blom). Ze trouwt op 03-06-1809 te Schiermonnikoog met (Jozemias) Wilhelm Lodewijk Netteman(n), geboren te Ussel (Waldeck) en op 11-06-1811 wordt Johan Frederik Stachouwer Nettmann op Schiermonnikoog geboren. Johan overlijdt op 09-01-1818. De grootvader van Gratia (Graatje) is Jonker Coppen Lamberts Staghouwer, cavallerie-luitenant en Heer van Schiermonnikoog. Na het overlijden van Willem Nettemann, hertrouwt Gratia (27 jr.) op 19-11-1818 met Cornelis Tjeerds Visser (24 jr). Na diens overlijden, trouwt Gratia op 03-02-1841, eveneens op Schiermonnikoog, met Sjourt Thijsen Jans de Jong, geboren op Schiermonnikoog.

Na 1800 wordt Verhildersum weer regelmatig te huur aangeboden. In 1821 biedt Edzard Tjarda van Starkenborgh Stachouwer de borg opnieuw te koop aan en in 1822 wordt deze verkocht. Van 1587 tot 1822 is Verhildersum in bezit van een Tjarda van Starkenborgh (Stachouwer) geweest.

Jonkheer Mr. Edzard Tjarda van Starkenborgh Stachouwer trouwt op 16-05-1820 met Aleida Warmoldina Lamberta Talma van Dokkum. Ze wonen op Borgweer en hier worden hun kinderen Ludolf, Jakobus Nicolaas (kunstschilder), Willem, Catherina Allegonda Susanna, Jakoba Geertruida en Alidius Warmoldus Lambertus geboren. Vier dagen na de geboorte van de laatste zoon, Alidius, op 4 februari 1830, sterft de moeder. Edzard hertrouwt in 1831 met Cornelia Petronella Hermanna Thooft en in 1832 wordt Cornelis Pieter Herman Tjarda van Starkenborgh Stachouwer geboren. In 1841 Lucia Helena, ze overlijdt in Breukelen op 22-10-1856 maar 15 jaar oud.

Schilderij van Jakobus Nicolaas Tjarda van Starkenborgh Stachouwer uit 1857

Edzard wordt in 1829 burgemeester van de gemeente Leens. Hoewel er in de Franse tijd geen oproer tegen de Tjarda van Starkenborghs is geweest, is toch een Tjarda van Starkenborgh Stachouwer ooit voor de Leenster bevolking op de vlucht geslagen.Dit is in 1830, wanneer een groot deel van de Leenster bevolking weigert een door de regering opgelegde belasting, als bijdrage in de strijd tegen de Belgen, te betalen. Het wordt in de gemeente zo onrustig, dat de burgemeester met zijn gezin besluit Borgweer te verlaten en in de stad Groningen veiligheid te zoeken. Dreiging met inkwartiering van soldaten, laat de Leensters zo schrikken, dat ze alsnog de belasting betalen.De burgemeester keert daarna op Borgweer terug.Hij laat in 1832 het oude Borgweer slopen en een nieuw huis, dichter aan de weg van Leens naar Wehe, bouwen. Deze nieuwe woning wordt Weerborg genoemd. In 1839 vertrekt de familie naar Breukelen aan de Vecht en Weerborg wordt op afbraak verkocht.

Het tijdperk van de Tjarda’s van Starkenborgh (Stachouwer) in de gemeente Leens is nu voorgoed voorbij.

De derde zoon, Alidius, trouwt in 1857 met Cornelia Sara Kappeyne van de Copello en gaat aan de Ossemarkt in Groningen wonen. Hij is notaris en later ook wethouder van Groningen. Hij sterft in 1909 te Groningen.

Hun oudste zoon, Jhr. Mr. Dr. Edzard Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, geboren 1860 te Maarsseveen, trouwt op 24-06-1885 met Jkvr.Cristina Jacoba Quintis, ze overlijdt in 1932. Hij volgt zijn vader op als notaris, wordt burgemeester van de stad Groningen en van 19171925 is hij Commissaris van de Koningin in Groningen. Hij overlijdt op 18-01-1936 te Den Haag maar woont in Groningen.

Hun zoon, Jhr. Mr. Alidius Warmoldus Lambertus Tjarda van Starkenborgh Stachouwer wordt in 1888 te Groningen geboren. Hij trouwt in 1915 te Baltimore met Christine Marburg. Hij heeft een diplomatieke loopbaan en is van 1925 – 1933 Commissaris van de Koningin in Groningen. Dan vertrekt hij als Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister naar Brussel. In 1936 wordt hij Gouverneur-Generaal van Nederlands Oost-Indië. In de oorlog wordt hij daar door de Japanners gevangen gezet. Na 1945 komt hij terug in Nederland en vertegenwoordigt ons land nog op verschillende hoge posten in het buitenland. Hij overlijdt in 1978.

Alidius Warmoldus Lambertus 1888 – 1978

Geraadpleegde bronnen: Ommelander borgen en steenhuizen. W.J. Formsma, R.A. Luitjens-Dijkveld Stol, A. Pathuis. Jonkers tussen Stad en Wad. W.A. Braasem Groninger borgen en Drentse havezaten. Herma Kamphuis. De borg Verhildersum en zijn bewoners. R.A. Luitjens- Dijkveld Stol. Informatie van Internet via GOOGLE. “Schier Web” “Stachouwer op Schiermonnikoog” Gemeentearchief van De Marne Documenten en boeken in het Rijksarchief Groningen