2004 – Dorothea Visser U.J.de Vries (Kerkgeschiedenis)

DOROTHEA VISSER “De gewondmerkte van Gendringen”

* 29 september 1819 Gendringen    † 12 juli 1876 Olbergen,
van 1864 tot 1872 woonachtig in Kloosterburen

Op de ledenvergadering van 11-11-2003 kregen we, voorafgaande aan een lezing van dhr. K. Holstein, restauratiearchitect van de R.K. Willibrorduskerk in Kloosterburen, de gelegen- heid om de stand van zaken betreffende de restauratie, met eigen ogen te aanschouwen. Tijdens de rondleiding in de kerk en bij de lezing in “Het Klooster”, viel verschillende keren de naam van “bouwpastoor” A. Kerkhof. Tijdens zijn pastoraat werd de bouw van de huidige neogotische kerk, onder architectuur van J.P.M. Cuypers, gerealiseerd. Dat er over pastoor Kerkhof nog veel meer viel te vertellen, kwam die avond niet aan de orde. Toen ik enkele dagen daarna het Historisch Nieuwsblad van oktober 2003 in handen kreeg, kwam ik pastoor Kerkhof opnieuw tegen, maar dan in verband met Dorothea Visser, zijn gestigmatiseerde huishoudster. Dit maakte mij nieuwsgierig en over die Dora Visser gaat onderstaand artikel.

U.J. de Vries, Leek, juni 2004.

STIGMATA.
Voor niet-Katholieken zijn stigmata en gestigmatiseerden vaak onbekende verschijnselen. Daarom in het kort hier iets over. Stigmata zijn onverklaarbare bloedingen uit spontaan ontstane verse wonden. Ze verschijnen al eeuwenlang op het lichaam van diepgelovige mensen, overal ter wereld. Stigmata bestaan uit de vijf klassieke wonden die bekend staan als de heilige wonden van Jezus die hij kreeg voorafgaande aan en tijdens zijn kruisiging. De wonden van de doornenkroon, de zweepslagen op zijn rug, de spijkerwonden in zijn handen en voeten en de lanssteek in zijn zijde. (overigens gingen de spijkers door de polsen en niet door de handen zoals men eeuwenlang heeft gedacht) Bij authentieke stigmata gaat het verschijnen van de wonden vaak vergezeld van een staat van extase en intense pijn. Meestal verschijnen ze jarenlang op bepaalde tijden en medische behandelingen hebben geen effect. Ze kunnen ook weer spontaan ophouden met bloeden en genezen. Vaak heeft het bloed een aangename geur en een genezende werking, daarnaast kan de gestigmatiseerde ook zelf genezingen verrichten. Er zijn ongeveer 300 gevallen van stigmata gedocumenteerd, waarvan 90% bij vrouwen.

Het eerst bekende voorbeeld van een gestigmatiseerde is Franciscus van Assisi. (1224) Deze aanvankelijk rijke “playboy” werd, na een droom over de kruisiging van Christus, wakker met de kruiswonden en stelde vanaf dat moment zijn leven in dienst van de gekruisigde Christus. Volgens een legende moeten er altijd 12 gestigmatiseerden gelijktijdig op de wereld leven, gelijk aan het aantal apostelen van Christus. De Katholieke kerk is altijd zeer terughoudend geweest bij dit verschijnsel. Pas na langdurig en diepgaand onderzoek wordt een gestigmatiseerde als zodanig erkend. Het is meerdere malen gebeurd dat mensen zichzelf wonden toebrachten om ook voor gestigmatiseerd door te kunnen gaan en door “het gewone volk” vereerd te worden.

Dorothea Visser
Doortje Visser is de dochter van Derk Hendrik Visser en Anna Hendrina Hamerslag. Ze wordt geboren op dinsdagmiddag 29 september 1819 op Achterkerspel 87 te Gendringen. Ze is het vijfde kind in het gezin van Derk en Anna en na haar worden er nog 4 kinderen geboren. Het gezin woont in een veel te klein armoedig arbeidershuisje met veel te veel mensen. Ook oma Hamerslag woont bij het gezin in, evenals een kostganger die f.25,00 per jaar oplevert. Vader Derk is dagloner en 46 jaar bij de geboorte van Dora. Doortje is een lief bleekneusje die toch alle kinderziekten doorstaat. Met oma gaat ze dagelijks naar de kerk en doet al jong haar eerste communie. Tot haar tiende gaat ze naar school en daarna moet ze thuis komen helpen. Wanneer ze 11 of 12 jaar is gaat ze werken bij een keuterboertje in Netterden, zo’n 4 km. verwijderd van Gendringen. Elke dag loopt ze heen en terug naar en van haar werk Naast een stevig middagmaal en een aantal boterhammen, verdient ze enkele dubbeltjes per week. De boterhammen smokkelt ze vaak mee naar huis, waar hongerige broertjes ze al met verlangen tegemoet zien. Doortjes belangrijkste werk is, naast het helpen in de huishouding, het hoeden van de 3 geiten en de 2 koeien. Voor de koeien is Doortje doodsbang en eens, bij het uitlaten uit de stal, schopt één van de koeien haar tegen haar rechterbovenbeen. De boerin verbindt de diepe wond en de boer brengt haar met de kar naar huis. Lange tijd moet Doortje het bed houden want lopen of staan gaat niet. Na enige tijd raakt het geduld van de huisgenoten met de zieke op en wordt ze uitgescholden voor nietsnut. Ondanks de hevige pijn, begint Doortje wat rond te kreupelen door het huis en probeert ze zich nuttig te maken. Ook gaat ze weer dagelijks naar de kerk en smeekt God om genezing. Haar gebed lijkt na enige tijd verhoord te worden en ze vindt zelfs een nieuw “dienstje” bij een boer in Megchelen. Ze houdt het 5 weken vol en kan dan niet meer. Ze komt weer thuis en zij en oma worden samen de niksnutten van de familie. Pas wanneer de anderen genoeg hebben, krijgen zij nog iets te eten. Wanneer, na maanden, de huisarts bij de wond komt kijken, constateert hij een ernstige ontsteking tot het bot en samen met een collega besluit hij tot uitbranden van de wond. Twee buurmannen moeten elke keer Doortje vasthouden wanneer de chirurg komt uitbranden. Nadat dit enige keren om de vier weken is gebeurd, kan Doortje niet meer. Uiteindelijk lijkt de wond zich te sluiten, maar Doortje heeft nu zenuwtoevallen, zenuwtrekken in haar gezicht en kan zelf niet meer haar ontlasting kwijt raken. De dokter komt haar twee keer per dag hierbij helpen. Op haar zeventiende heeft ze, naast een verlamd rechterbeen, een complete blaasverlamming, ondanks al de jaren van doktershulp. Onophoudelijk blijft Doortje bidden om genezing en om verlossing van de voor haar vernederende hulp van de dokter.

In de vroege uren van vrijdag 1 december 1843 schrikt Doortje wakker van een vreselijke hoofdpijn. Wanneer ze haar slaapmutsje afdoet, ziet ze daarin een krans van bloed en even later begint het bloed langs haar hoofd te druppelen. Kort daarna vertonen zich elke vrijdag kruisvormige wonden op haar handen, voeten en in haar zij. Na een aantal maanden gebeurt dit niet meer wekelijks maar tot haar dood zullen die wonden elke Goede Vrijdag, elke Kruisvinding en elke Kruisverheffing terugkeren. In 1844 geneest Dora van haar blaasverlamming en op Goede Vrijdag zien de huisdokter, de kapelaan en de pastoor met eigen ogen de stigmata bij Dora verschijnen. Twee nonnen houden haar twee dagen en nachten nauwgezet in het oog en ook zij zien de kruisvormige wonden ontstaan en bloeden. In de Duitse pers verschijnt een anoniem artikel over de gebeurtenissen in Gendringen. Hierin is sprake van “boerenbedrog”. Huisarts Ter Welscher schrijft hierna enkele artikelen waarin hij van de “controle” verslag doet en alle bedrog uitsluit.

Sinds die tijd vinden steeds meer mensen de weg naar het huisje van Dorothea Visser en bidden samen met haar om genezing van allerlei kwalen èn er vinden genezingen plaats. Toch duurt het nog tot 1859 voordat haar eigen beenwond helemaal geneest.

Wanneer de latere Aartsbisschop Joannes Zwijssen van de gebeurtenissen in Gendringen hoort, vreest hij dat dit nadelig kan uitwerken op de voorzichtige pogingen de R.K. kerkelijke hiërarchie in Nederland weer te herstellen. Hij geeft opdracht om aan “de zaak Dorothea Visser” geen ruchtbaarheid te geven maar wel de gebeurtenissen nauwkeurig te registreren. Kapelaan Arnold Herfkens doet dit nauwgezet. In 1853 wordt kapelaan Antonius (Teus) Kerkhof de nieuwe biechtvader van Dora Visser. Hij bestudeert de aantekeningen van zijn voorganger, bedient dagelijks de communie aan Dora bij haar aan huis en blijft dan nog even napraten. Tijdens die gesprekken verifieert hij de aantekeningen van Herfkens en houdt een dagboek over die gesprekken bij. Hij raakt overtuigd van haar heiligheid en noteert alle wonderbaarlijke gebeurtenissen die rondom haar plaatsvinden. Opnieuw geeft Zwijssen zijn waarschuwing om niet over Dorothea Visser te spreken. In 1861 wordt Kerkhof overgeplaatst naar Zieuwent maar regelmatig blijft hij Dorothea in Gendringen bezoeken. Zijn Achterhoekse collega’s klagen hierover bij de bisschop en in september 1864 wordt Teus Kerkhof benoemd tot pastoor in Kloosterburen……. ver weg van Gendringen. In het geheim heeft Kerkhof al met Dorothea en haar zuster Johanna afgesproken dat, wanneer hij ergens tot pastoor zou worden benoemd, zij zouden meegaan als huishoudsters. Ook het door de Vissers aangenomen kind, Hendrik Huiskens, gaat mee naar het verre noorden. Boeren uit Gendringen brengen het gezelschap met hun bezittingen op wagens geladen, in vier dagmarsen naar de nieuwe woonplaats. Kerkhof gaat zich helemaal wijden aan de zorg voor zijn nieuwe parochie en de plannen voor de bouw van een nieuwe, grotere kerk. Hij kent architect Pierre Cuypers persoonlijk en samen maken ze de bouwplannen. Er zijn 50.000 guldens nodig; 30.000 voor de kerk en 20.000 voor de toren. Binnen 8 dagen heeft de bevolking van Kloosterburen al 27.000 gulden toegezegd. De bisschop geeft toestemming voor de bouw, na de waarschuwing dat het bedrag niet mag worden overschreden.

Ook in Kloosterburen weten velen Dorothea Visser te vinden ….. In 1872 volgt de overplaatsing van Kerkhof naar Olburgen (bij Doesburg). Dorothea en Johanna gaan mee, Hendrik Huiskens blijft in Kloosterburen achter en trouwt daar.

In de loop van 1875 wordt Dorothea ernstig ziek. Het is op 12 juli 1876 dat zij sterft in de pastorie van Olburgen. Pastoor Kerkhof en zus Johanna zijn hierbij aanwezig. Dorothea wordt bijgezet in een gemetselde graftombe; een bijzonderheid in die tijd. Pastoor Kerkhof laat een stenen knielbank bij haar graf plaatsen en na de Mis knielt hij daar dagelijks, tot zijn dood in 1908, een kwartier, in gebed verzonken. Johanna sterft op 4 oktober 1876, de dag van Franciscus van Assisi…. Aartsbisschop Schaepman verbiedt Kerkhof zijn aantekeningen over Dorothea Visser te publiceren. Hij moet hiermee wachten tot de tijd er rijp voor is…… In 1965 ontdekt de journalist Bert Kerkhoffs bij toeval deze aantekeningen, werkt ze uit en schrijft er een boekje over. Sindsdien bezoeken velen haar graf in Olburgen. Het bebloede kapje (slaapmutsje) van Dorothea Visser is te bezichtigen in het Katholiek Documentatie Centrum te Nijmegen.

Bronvermelding:

Historisch Nieuwsblad oktober 2003. Bedevaartsplaatsen in Nederland deel I. P.J. Magry en C.M.A. Caspers. Internet: o.a. katholieknederland.nl , RitchiesParanormalesite/stigmata , members.home.nl bedevaartweb.com , forum.gkv.nl , meertens.knaw.nl Het mysterie Dora Visser door Bert Kerkhoffs. Ons Parochieblad (Kloosterburen) 21-02-2004

Naschrift:

Veel Protestantse en niet gelovige lezers zullen na het lezen van bovenstaand verhaal hun wenkbrauwen fronsen. Ze hebben zo hun vragen.

Komt en kwam dit verschijnsel alleen bij Katholieken voor? Nee, want het twaalfjarige negermeisje Cloretta Robertson overkwam in 1974 hetzelfde tijdens een Baptistendienst in Oakland, Californië. Sindsdien bloedt ze elke Goede Vrijdag. Zijn die wonden misschien juist het werk van de duivel? Zijn stigmata occulte verschijnselen? Poltergeistfenomenen?

Een ieder is vrij over stigmata een eigen mening te hebben. Toch past ook dit verhaal in onze MERNE want in Kloosterburen werd geschiedenis geschreven.

U. J. de Vries.